‘Niets weerhoudt ons ervan om ambitieus te blijven’

Mijn dochter heeft de chronische reumatische aandoening PsA, beter bekend als ziekte van Bechterew. Ze kreeg de diagnose toen ze wilde beginnen aan haar specialisatie tot gynaecoloog.

Belangrijk werk

Twintig jaar geleden had het advies zo’n impact op haar leven gehad dat ze geen gynaecoloog had kunnen worden. En tien jaar geleden had de reumatoloog haar verteld dat er een behandeling was, maar dat onvoorspelbaar was hoe lang die zou werken.

Dankzij onderzoek zijn er de laatste jaren veel nieuwe behandelmogelijkheden bij gekomen. Nu zijn er alternatieven voor als een behandeling niet goed meer werkt. Kortom, mijn dochter is chronisch ziek maar ze kan haar leven leiden zoals zij dat graag wil. Ze is gynaecoloog én moeder van twee kinderen.

De gezondheidszorg is de afgelopen tientallen jaren enorm verbeterd. Er is hoop voor mensen zoals mijn dochter. Ik besef daardoor hoe belangrijk het werk kan zijn dat we doen. Niet alleen voor mijn dochter, maar voor zoveel andere patiënten.

Het onmogelijke mogelijk maken

Mijn trots op Pfizer was al groot, maar hij is verder toegenomen tijdens de coronapandemie. We hebben toen onze verantwoordelijkheid genomen en helpen zorgen dat er zo snel mogelijk een vaccin kwam. In die periode hebben we dingen gerealiseerd waarvan niemand dacht dat ze mogelijk waren. We hebben echt het onmogelijke mogelijk gemaakt.

Niets weerhoudt ons ervan om ambitieus te blijven. Waarom kunnen we niet hetzelfde doen voor andere ziekten? Zoals medicijnen ontwikkelen voor kanker, waardoor dat ook vaker ­chronisch wordt.

We hebben impact op alle patiënten

Die filosofie vind ik sterk terug bij Pfizer Nederland. Ik voel me bevoorrecht om leiding te geven aan gedreven medewerkers die allemaal hetzelfde doel hebben: zorgen dat patiënten zo goed mogelijke zorg krijgen. Ik heb het idee dat wij impact hebben op alle patiënten. Terwijl een dokter zich maar met één patiënt tegelijk bezighoudt.

Er gaat al veel goed in de Nederlandse zorg. Maar wat er wel kan verbeteren, is de toegang tot nieuwe geneesmiddelen voor patiënten. De komende jaren komen er veel nieuwe geneesmiddelen aan. Het is belangrijk dat die snel bij de patiënten terechtkomen die ze nodig hebben.

Vaccineren tegen infectieziekten

Nederland heeft een van de hoogste zorgbudgetten van Europa. Ongeveer 6 tot 8 procent van dat budget wordt besteed aan geneesmiddelen. Dat percentage blijft al jaren stabiel en behoort tot een van de laagste relatieve geneesmiddelen­uitgaven in Europa.

De Gezondheidsraad moet zorgvuldig afwegen of nieuwe, dure medicijnen goed werken en kosteneffectief zijn. Dat begrijp ik maar het moet niet zo zijn dat patiënten hier soms heel lang op een medicijn wachten, terwijl het in het buitenland allang verkrijgbaar is.

Bij sommige vaccins duurt het soms wel jaren voordat ze worden toegevoegd aan het Rijksvaccinatieprogramma. Terwijl vaccinatie een belangrijk middel is om mensen te beschermen tegen infectieziekten. En ondanks het feit dat preventie een duidelijke prioriteit van de overheid is, besteden we in Nederland minder dan 0,1 procent van ons totale gezondheidsbudget aan vaccins. Dat percentage is samen met Malta het laagste van Europa.

Gesprek aangaan

Over zulke onderwerpen kun je praten als zorgpartijen. Hoe kun je mensen zo optimaal mogelijke ­behandelingen aanbieden? Hoe kunnen we dit versnellen? Dat vraagt om reflectie, om oplossingen en dialoog. En ja, ook met innovatieve geneesmiddelenbedrijven als verantwoorde gesprekspartner.

Ik ga het gesprek in ieder geval graag aan.’

Dirk van der Mijnsbrugge is arts en directeur Pfizer Nederland