’Je probeert altijd het beste voor je patiënten te bereiken’
Leestijd: 2 minuten
Mensen met uitgezaaide nierkanker die in het Maxima Medisch Centrum (MMC) worden behandeld, krijgen aan het begin van hun behandeling wekelijks telefoon van een gespecialiseerd oncologisch verpleegkundige. Na zes weken volgt een bezoek aan de oncoloog. Het MMC kan patiënten zo beter begeleiden en wil tegelijkertijd zorgen dat ze therapietrouw blijven.
Vaak beginnen mensen met uitgezaaide nierkanker plichtsgetrouw aan een behandeling. Toch haakt een deel na verloop van tijd af. Ze minderen met medicijnen of gebruiken ze helemaal niet meer, weet Judith de Rooij, verpleegkundig specialist urologie/oncologie van het MMC uit ervaring.
’’Mensen zoeken naar een balans. Ze vragen zich af ‘hoe kan ik terwijl ik weet dat ik doodga, toch een zo groot mogelijke kwaliteit van leven behouden’.’’
Judith de Rooij begeleidt patiënten daar nu bij, door middel van wekelijkse gesprekken die ze met hen heeft aan het begin van het behandeltraject.
Regionaal referentiecentrum
Het idee voor de gesprekken werd eigenlijk uit nood geboren, vertelt de bevlogen verpleegkundig specialist in haar spreekkamer in het MMC.
Het ziekenhuis werd aangewezen als regionaal referentiecentrum voor mensen met uitgezaaide nierkanker. Dat betekende dat alle patiënten uit de regio naar het MMC worden doorverwezen voor behandeling.
’’We kwamen er achter dat er nog geen vast aanspreekpunt was in de vorm van een verpleegkundig specialist bij wie mensen terecht konden met vragen,’’ vertelt Judith de Rooij. Dat werd Judith.
Zorgpad voor patiënten
In overleg met de oncoloog heeft Judith de Rooij een protocol voor een zorgpad ontwikkeld. Het zorgpad houdt in dat patiënten na de start van hun behandeling elke week telefoon krijgen van de verpleegkundige specialist. ’’Je wil ook van hen horen wanneer ze geen klachten hebben.’’
Na zes weken volgt een gesprek met de oncoloog en wordt geëvalueerd hoe de begeleiding verder gaat. ’’De ene patiënt heeft dat niet nodig. Een ander vindt het fijn wanneer we elke drie weken bellen. En doen we dat.’’ Ze vervolgt: ’’We hebben het zorgpad ontwikkeld door met het oog op de patiënt te bekijken hoe je hem of haar wil begeleiden, voorlichten en controleren.
Tegelijkertijd wilden Judith de Rooij en haar collega’s met het instellen van het zorgpad bereiken dat patiënten therapietrouwer worden. ’’Mensen kunnen last krijgen van vervelende bijwerkingen zoals misselijkheid en diarree en kunnen daardoor minder therapietrouw worden. Daarbij kun je hen begeleiden.’’
‘Wat al veel kan helpen is vertellen dat bepaalde bijwerkingen normaal zijn’
Soms zijn mensen al op eenvoudige manier te helpen. ’’Wat al veel kan helpen, is vertellen dat bepaalde bijwerkingen normaal zijn.’’
Ook geeft ze mensen tijdens de wekelijkse gesprekken tips tegen misselijkheid. ’’Dat je kleine maaltijden kunt eten. Of dat je bij mondklachten beter lauw voedsel kunt eten en dat het verstandig is om te matigen met scherpe kruiden. Verder kun je bij smaakverlies een lepel appelmoes door je eten roeren.’’
Met elke patiënt spreekt Judith de Rooij door wat zijn of haar wensen en grenzen zijn. ’’Wat wil iemand wel of niet en wat vindt hij of zij acceptabel. Ook daarmee wil je zorgen dat iemand zijn behandeling zo lang mogelijk kan blijven volgen.’’
Een oplossing op maat
Belangrijk is volgens de verpleegkundig specialist urologie/oncologie dat voor iedereen wordt gezocht naar een oplossing op maat. ’’Wat ik doe is samen met mensen zoeken naar mogelijkheden. Ze denken vaak dat ze vanalles niet mogen eten of niet mogen sporten. Maar dat is helemaal niet zo.
Mensen moeten juist doen waarbij ze zich goed voelen. Samen kunnen we zoeken naar mogelijkheden om dat te bereiken.’’
Het zorgpad is een jaar lang uitgeprobeerd in het ziekenhuis, vervolgens geëvalueerd en nu standaard onderdeel van het behandeltraject, vertelt Judith. Ook is het al verder uitgerold. ’’Ik bel nu ook nierkankerpatiënten die starten met immunotherapie.’’
‘We kunnen nu onderbouwd iemands behandeling aanpassen’
De patiënten zijn erg tevreden met het feit dat ze wekelijks worden gebeld.
’’Patiënten zijn er blij mee. Mensen geven aan dat ze onzeker waren in het begin en dat ze zich door de begeleiding zekerder voelden.
Ook zag je dat mensen vanalles wat ze ervaarden opschreven, omdat ze wisten dat ik het met hen ging bespreken.’’
De nieuwe werkwijze heeft ook het ziekenhuis zelf veel opgeleverd. ‘’Je hebt hierdoor veel meer data van patiënten en kunt beter zien wanneer ze begonnen en gestopt zijn met medicijnen en waarom dat zo is.’’
Met die informatie kan de zorg weer worden verbeterd, stelt Judith. ’’Je kunt een behandelschema aanpassen als iemand veel klachten heeft. Ook kun je veel eerder zeggen ‘we stoppen, dit is niet goed voor jou’.
Want ook dat is een behandelmogelijkheid en dat kunnen we nu onderbouwd zeggen."
Voorbeeld volgen
Judith hoopt dat andere ziekenhuizen het voorbeeld van het MMC volgen en ook een zorgpad voor mensen met uitgezaaide nierkanker gaan instellen. ’’Je probeert altijd het beste voor je patiënten te bereiken. Het is goed om je zorg altijd in te zetten vanuit je ‘best practises’.
Het zou mooi zijn als we andere ziekenhuizen kunnen inspireren. Net zo goed als dat we andere mooie voorbeelden van hen kunnen overnemen.’’
Het zou mooi zijn als we andere ziekenhuizen kunnen inspireren