‘Je hebt een cyclus van virussen door het jaar heen’
Een groot deel van de kinderen op de kinderafdeling is opgenomen in verband met een infectie. Lang niet elke infectie presenteert zich volgens het boekje. ’’Het is daarom belangrijk om voortdurend alert te zijn.’’ Kinderarts-neonatoloog Anthon Hulsmann vertelt over de meest voorkomende kinderinfecties die hij en zijn collega’s zien.
Baby’s en kinderen hebben elk hun eigen ‘veelvoorkomende’ infectieziekten.
Een infectieziekte die voor baby’s zeer gevaarlijk kan zijn, is herpes. ’’Ook wel de ‘kiss of death’ genoemd omdat ze deze infectie vaak oplopen na een kus van een familielid met een koortslip.
De T-cellen - de afweercellen - van baby’s zijn nog niet goed uitgerijpt, waardoor ze daar enorm gevoelig voor zijn.’’
’’Gelukkig zien we dit niet vaak,’’ zegt dokter Hulsmann. ’’Snelle behandeling met een antiviraal middel is echter van groot belang. Daarom is het altijd belangrijk om als kinderarts erg alert te zijn bij onbegrepen symptomen’’.
’Bijna elke week krijgen we wel een kindje binnen’
De meest voorkomende infectie die hij en zijn collega’s bij baby’s zien is GBS: een besmetting met de groep B-streptokokken. ’’Bijna elke week krijgen we wel een kindje binnen. De kans dat een baby besmet raakt is klein. Maar als dat gebeurt kan het binnen een paar uur leiden tot een levensbedreigende sepsis. ’’ Sepsis is een ontstekingsreactie van het lichaam op een infectie die zo ernstig verloopt dat weefsels beschadigd raken en orgaanfuncties uitvallen. ’’Het meest gebruikte antibioticum hier op de kinderafdeling is dan ook dat tegen GBS-sepsis.’’
Bij oudere kinderen zijn de meeste infecties - ongeveer 95 procent - viraal bepaald. ’’Een belangrijke taak die wij als kinderarts hebben, is om als kinderen komen met onverklaarbare koorts zo snel mogelijk te bepalen of de infectie viraal of bacterieel is.’’
Als het een virale infectie betreft, is het een kwestie van afwachten totdat deze vanzelf overgaat. ’’Behalve bij herpes. En als het een bacterie betreft, kijken we per ziektebeeld wat de meest waarschijnlijke verwekker is.’’
Antibioticaresistentie op de loer
Het is belangrijk om snel te kunnen starten met een zo gericht mogelijke behandeling, omdat antibioticaresistentie altijd op de loer ligt. Zoals bekend neemt wereldwijd de resistentie voor antibiotica toe. In Nederland en vooral in Scandinavië is het probleem minder groot door restrictief en protocollair gebruik van antibiotica. Bij een infectie met resistente bacteriën wordt het lastig om een patiënt te behandelen en het gevaar bestaat dat in de nabije toekomst mensen zullen overlijden aan infectieziekten die voor de antibioticaresistentie goed behandelbaar waren.
Bacteriële infecties worden vaak veroorzaakt door bacteriën die kinderen zelf bij zich dragen op de slijmvliezen in het KNO-gebied. ’’Wanneer deze bacteriën in de bloedbaan terecht komen (bacteriemie) kunnen ernstige infecties ontstaan zoals botontsteking (osteomyelitis: ontsteking van het beenmerg of septische artritis: ontsteking van arm of beengewricht), of endocarditis (ontsteking van de binnenwand van het hart of de hartkleppen).‘’
Verder belanden met enige regelmaat kinderen in het ziekenhuis met een bacteriële longontsteking. Deze wordt bij jonge kinderen vaak veroorzaakt door pneumokokken of Haemophilus influenzae typen b (Hib). ’’En bij oudere kinderen vaak door Mycoplasma, een beestje dat tussen een bacterie en een
virus zit.’’
‘Mensen nemen vaker tropische infecties mee van vakantie’
Een ander groeiend gevaar zijn de tropische infecties, zoals buiktyfus en malaria. ’’Vroeger zag je die alleen in ziekenhuizen in de randstad, nu ook vaker hier. Mensen nemen vaker tropische infecties mee van vakantie. Ook hierbij is het de uitdaging om snel de juiste diagnose te stellen.’’
Daarnaast zien kinderartsen steeds vaker infectieziekten die vroeger alleen in warme streken voorkwamen. ’’Zoals bijvoorbeeld leishmaniasis (zandmugziekte) die wordt overgebracht door zandvliegjes die je vroeger alleen in en rond Spanje zag. Of de darmontsteking giardiasis die wordt veroorzaakt door de parasiet Giardia lamblia.’’
Een ander groeiend gevaar zijn de tropische infecties, zoals buiktyfus en malaria.
Kinderen met giardiasis hebben diarree, bloedarmoede en zijn heel erg vermoeid. ’’Ik laat ze dan altijd een plaatje zien van de giardiaparasiet. Die ziet eruit als een stripfiguurtje en dat vinden ze dan heel grappig. Het is gelukkig een ziekte die goed behandelbaar is met antiprotozoïca.’’
Seizoensgebonden virussen
Tot slot staat kinderarts Hulsmann stil bij de seizoensgebonden virussen, zoals het rotavirus, het griepvirus en het RS-virus. Bij de meeste kinderen verlopen die mild, maar ze zorgen toch ook elk jaar weer voor heel wat ziekenhuisopnames.
Het is maar net hoe je het bekijkt: het jaar eindigt of begint met baby’s met RS, voluit Respiratoir Syncytieel Virus. Dat is een van de belangrijkste veroorzakers van luchtweginfecties. Bij baby’s kan het overslaan op de longen.
Griep past zich aan
Traditioneel gezien doet griep hierna haar intrede om pas tegen het voorjaar het land weer te verlaten. ’’Griep is helemaal een interessante infectieziekte. Door de vrijwel jaarlijkse ‘antigene drift’ van de eiwitmantel kan het virus het immuunsysteem van de gastheer omzeilen. Dit is redelijk te voorspellen en daarop is de samenstelling van de griepprik gebaseerd. Daarnaast is er bij influenza A regelmatig een grote ‘antigene shift’: Als twee verschillende stammen van het virus dezelfde gastheercel tegelijk infecteren kan door uitwisseling van genetische eigenschappen een nieuw virus ontstaan. Een voorbeeld: Uit een gastheercel besmet met H3N2- en H5N1-virus kan een H5N2-virus vrijkomen hetgeen voor ons immuunsysteem dan een nieuw virus is. Voorbeelden hiervan zijn de Spaanse griep in 1918 en de Mexicaanse griep in 2009.’’
Na de griep komen de rotavirussen, die vooral bij jonge kinderen overgeven en diarree veroorzaken. In de zomer komen dan de enterovirussen die vermoedelijk beter gedijen onder warme omstandigheden dan andere ‘wintervirussen’. Om in het najaar weer te worden opgevolgd door de rhinovirussen die onder meer astma-aanvallen kunnen triggeren.
’’Als ervaren kinderarts weet je altijd meteen wanneer er een arts in opleiding belt en bepaalde symptomen meldt van ‘aha, het eerste kindje met RS is binnen’. En dan begint de jaarcyclus van virussen weer opnieuw.’’
Meer lezen?
Lees meer in het interview ‘De raadsels van toen worden nu ontrafeld’ met kinderarts-neonatoloog Anthon Hulsmann .