Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
Overslaan en naar de inhoud gaan

Een effectieve behandeling van kinderen met bacteriële infecties

Leestijd: 3 minuten

Een kind is geen kleine volwassene en dat maakt de behandeling van kinderinfecties zonder goed onderzoek complex. Voor een goede behandeling is een compleet overzicht en kennis nodig van de ziekteverwekker, het beoogde antibioticum en de mogelijke invloed hiervan op een kinderlichaam.

Een effectieve behandeling van kinderen met bacteriële infecties | Pfizer Nederland

Elk kind maakt tijdens zijn groei en ontwikkeling ziekten door. Meestal gaat het om onschuldige aandoeningen, vaak virale infecties die vanzelf overgaan. Maar als het een bacteriële infectie betreft is het opletten geblazen, zeker als een kind antibiotica nodig heeft. Kinderen zijn niet automatisch gebaat bij hetzelfde geneesmiddel in dezelfde dosis als een volwassene.
 

Het is belangrijk om kennis te hebben over de groei en ontwikkeling van kinderen

Ze hebben een kleiner lichaam, hun organen zijn nog in ontwikkeling, hun immuunsysteem is nog onvolgroeid en ook hun stofwisseling werkt anders. Per leeftijd is dit ook weer verschillend: kinderen groeien immers.

De groei van het lichaam, de organen en weefsels hebben allemaal invloed op het gedrag van een geneesmiddel in een kinderlichaam. Daarom is de farmacokinetiek van geneesmiddelen - het gedrag van een geneesmiddel in een lichaam - bij kinderen anders dan bij volwassenen.

Daarnaast wordt nog maar weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit en veiligheid van geneesmiddelen bij kinderen. Waar moeten artsen zich bij de keuze voor een behandeling dan op baseren? Dat proberen we uit te leggen.

Natuurlijk is het verstandig om de keuze voor een antibioticum te baseren op de ziekteverwekker en de plaats van een infectie in het lichaam. Daarnaast is het belangrijk om kennis te hebben over de groei en ontwikkeling van kinderen, met betrekking tot hun leeftijd.
 

Stofwisseling

Dat geldt zowel voor de stofwisseling als het immuunsysteem en de invloed die zij hebben op de opname van stoffen, de verdeling ervan in het lichaam, de omloopsnelheid en hoe ze het lichaam uiteindelijk weer verlaten. Ook is het belangrijk om kennis te hebben van de invloed van geneesmiddelstoffen op de rijping van witte bloedcellen die het lichaam tegen schadelijke stoffen en ziekteverwekkers beschermen, zoals bacteriën en op het zogenaamde extracellulaire afweersysteem dat zich richt op ziekteverwekkers in bloed en ander lichaamsvocht.1
 

Gedrag van geneesmiddel in het lichaam

Tijdens het eerste levensjaar vinden de meest drastische ontwikkelingen plaats die daar invloed op hebben. De belangrijkste aspecten die bijdragen aan deze farmacokinetische verschillen zijn lichaamsgrootte en orgaanfunctie. Daarom wordt bij het voorschrijven van medicijnen bij kinderen gekeken naar hun lichaamsgrootte en wordt gerekend per kilo lichaamsgewicht.1,2

Zo worden geneesmiddelen die een lage zuurgraad nodig hebben om goed te worden opgenomen in de bloedbaan, minder goed opgenomen in kinderlichamen, vanwege de hoge zuurgraad in hun maag.

Een effectieve behandeling van kinderen met bacteriële infecties | Pfizer Nederland

Stofwisseling en uitscheiding

Ook leegt de maag van baby’s en kleine kinderen zich langzamer. En omdat veel geneesmiddelen vanuit de darmen in het lichaam worden opgenomen, kan een trage maaglediging ervoor zorgen dat er een lagere concentratie van het geneesmiddel in het bloed terechtkomt dan nodig is.

Daarnaast worden geneesmiddelstoffen die oplosbaar zijn in water, minder snel opgenomen door baby’s omdat hun lichaam veel meer water bevat. Dat betekent dat er in de bloedbaan van een baby uiteindelijk minder geneesmiddel terechtkomt, dan bij een groter kind, als dezelfde dosering per kilo lichaamsgewicht wordt gehanteerd.

De nieren en de lever zorgen er uiteindelijk voor dat geneesmiddelen worden omgezet en gebonden aan water zodat ze het lichaam kunnen verlaten. Daardoor bepalen zij voor een groot deel de medicijndosis die nodig is.

De lever en de nieren van jonge kinderen zijn naar verhouding tot die van volwassenen vele malen groter dan hun lichaamsgewicht.

De lever

Het belangrijkste orgaan dat betrokken is bij het omzetten van geneesmiddelen is de lever. Voor het omzetten van geneesmiddelen is het belangrijk om te beseffen dat de enzymsystemen van pasgeborenen in de lever, die zorgen dat potentiële schadelijke stoffen en/of verschillende lichaamsvreemde stoffen worden afgebroken, nog niet volledig ontwikkeld zijn. Dat gebeurt pas als kinderen wat ouder zijn. Daardoor duurt het langer voordat een geneesmiddel het lichaam van een pasgeborenen verlaat dan dat van een volwassene.

Het proces waarbij je nieren afvalstoffen uit je bloed filteren en er water en afvalstoffen van maken, ofwel urine - is bij kinderen tot 1 jaar ook nog onvolgroeid. Hierdoor duurt het langer voordat bepaalde antibiotica uit het lichaam van baby’s en peuters verdwijnen. Dit kan er anders gezegd voor zorgen dat baby’s te veel medicijnen binnenkrijgen en risico lopen op vergiftiging als de dosering niet wordt aangepast.1

De eerste maanden na de geboorte ontwikkelen de enzymsystemen zich snel en gaan de nieren ook steeds sneller werken, waardoor er bij kinderen in deze leeftijd snelle aanpassingen van geneesmiddeldosering nodig zijn om te voorkomen dat ze te veel of te weinig medicijn binnenkrijgen.

Een effectieve behandeling van kinderen met bacteriële infecties | Pfizer Nederland

Kortom, er zijn nogal wat factoren om op te letten bij het voorschrijven van antibiotica aan kinderen. Om het juiste antibioticum en de juiste dosering te kiezen, is het belangrijk om zo precies mogelijk te weten hoe een geneesmiddel zich in een lichaam gedraagt. En of dat verschilt bij kinderen van verschillende leeftijden. Pas dan kan een optimale keuze voor een bepaald antibioticum worden gemaakt.

Bronnen

Bronnen

1. Le J, et al. J Clin Pharmacol 2018;58(Suppl10):S108-S122. 

2. NKFK. Hoe verschilt een kind van een volwassene? 
Geraadpleegd van http://nkfk.nl/geneesmiddelen-en-kinderen/verschil-kindvolwassen/ 

3. SmPC Zinforo, elders in dit tijdschrift. 

4. Riccobene TA, et al. J Clin Pharmacol 2017;57(3):345-355. 

5. Borgmann S, et al. Ther Clin Risk Manag 2016;12:7497-53. 

6. Hall AM, et al. J Pediatr Pharmacol Ther. Nov-Dec 2018;23(6):490-493. 

7. Molloy L, et al. J Pediatr Pharmacol Ther 2014;19(2):135-140. 

Pagina beoordelen Like Dislike
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.