‘We moeten ons nu snel én goed voorbereiden op dit najaar’
’’Het lijkt alsof de coronapandemie voorbij is. Alleen zijn we helaas nog niet van corona af’’, waarschuwt Marc Kaptein, medisch directeur van Pfizer. ’’Het gaat goed, daardoor zijn we achterover gaan zitten. Maar we moeten nu hard aan de slag om ons voor te bereiden op dit najaar. Wat er gaat gebeuren, is koffiedikkijken. Daarom moet je nu zorgen dat alles op orde is: de testcapaciteit, dat je de zorg kunt opschalen en dat er voldoende vaccins en geneesmiddelen zijn. Dat is nog lang niet allemaal geregeld.’’
Het ministerie van VWS heeft in een lange termijnstrategie voor COVID-19 vier scenario’s geschetst over wat er komende herfst kan gebeuren.1
Vier scenario’s
Het gunstigste is het verkoudheidscenario, legt Marc Kaptein uit. ’’Dan leidt het coronavirus op termijn alleen tot milde verkoudheidsklachten.’’
Een tweede scenario is dat van de ‘griep-plus’, waarbij opnieuw een ‘infectiegolf’ ontstaat. ’’Dit kan tot een grotere druk op de zorg leiden, zeker als zo’n uitbraak samenvalt met een échte griepgolf’’.
Het derde is het ‘continue strijd scenario’. ’’Dan duikt periodiek een nieuwe, besmettelijke variant op die onze opgebouwde immuniteit kan omzeilen. Dat kan leiden tot een forsere druk op de zorg’’, benadrukt hij.
En als vierde is er het ‘worst case scenario’ waarbij een besmettelijkere én ernstige variant opduikt, die voor ernstige ziekte en overlijden kan zorgen, vooral bij ouderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem.
De kans dat zo’n ernstig scenario zich voltrekt, is klein. ’’Een virus muteert continu waarbij de variant die het virus een ‘voordeel’ biedt dominant wordt. Vaak wordt een virus daarbij steeds minder ziekmakend. Uiteindelijk zal ook dit coronavirus eindigen als een gewoon verkoudheidsvirus, net zoals andere coronavirussen.’’ Toch is het belangrijk dat ‘we’ ons op alle vier de scenario’s voorbereiden. ’’Het is koffiedikkijken wat er gebeurt. Je weet niet of het virus snel minder ziekmakend wordt, of dat er misschien toch eerst nog een besmettelijke of ziekmakende variant opduikt. Daarom is het zo belangrijk dat je met alle scenario’s rekening houdt.’’ Het is prima dat alle coronamaatregelen nu zijn afgebouwd. De druk op de zorg neemt af en ook het aantal besmettingen lijkt te dalen.
Ook hebben we door alle vaccinaties, boosterprikken en omikronbesmettingen een aardige afweer opgebouwd. ’’We staan er nu best goed voor. Maar je kunt er alleen niet vanuit gaan dat dit zo blijft. Het is nodig dat de overheid nu hard aan de slag gaat om Nederland voor te bereiden op het komende najaar.’’
‘Pandemische paraatheid’
Pandemische paraatheid houdt onder andere in dat we ons voorbereiden op elk van de vier scenario’s. Dat gebeurt nog onvoldoende, meent hij. Het ministerie van VWS heeft in haar beleidsagenda en lange-termijn-aanpak-COVID-19 aangekondigd dat het ‘rond de zomer met een plan komt voor de herfst’. ’’Dat is te laat, zo vrezen wij.’’
De medisch directeur vindt dat er zo snel mogelijk moet worden gezorgd voor ‘paraatheid’. ’’Dat betekent dat je je voorbereidt op élk van de vier scenario’s en daar ook gepaste maatregelen voor treft.’’
Die lopen uiteen van hygiënemaatregelen, het flexibel maken van de zorg tot de mogelijkheid om snel het aantal IC-bedden op te schalen. ’’Zodat je de impact van een toekomstige pandemie op mensen, de gezondheidszorg en de maatschappij in zijn geheel minimaliseert.’’
Ook is het van groot belang dat Nederland voldoende vaccins en geneesmiddelen op voorraad heeft om besmetting en ernstige ziekte te kunnen voorkomen.
‘Bij een nieuwe variant zijn we als maatschappij buitengewoon kwetsbaar gebleken’
’’Als er een besmettelijkere, misschien zelfs gevaarlijkere, virusvariant ontstaat waarvoor we minder of niet immuun zijn, dan moet het messenger-RNA in ons vaccin worden aangepast’’, legt hij uit. Zodat ons immuunsysteem opnieuw wordt getraind op dat gemuteerde virus.’’
Het ontwikkelen, maken en distribueren van een aangepast mRNA-vaccin duurt honderd dagen. ’’In die tussenliggende periode zijn we als maatschappij buitengewoon kwetsbaar. En dan is het belangrijk dat je een goede behandeling hebt voor mensen die kwetsbaar zijn, besmet raken en ernstig ziek kunnen worden.’’
Die behandeling was er al in de vorm van dexamethason en remdesivir. Kortgeleden zijn daar antivirale middelen en monoklonale antilichamen bijgekomen. En wat dat betreft lijkt Nederland opnieuw niet bij de Europese kopgroep te behoren. ’’De overheid heeft lang niet genoeg voorraad aan geneesmiddelen geregeld om die cruciale honderd dagen door te komen.’’
Verzekeringspolis
Je moet de antivirale middelen en monoklonale antilichamen zien als een verzekeringspolis, vervolgt hij. ’’Niemand weet welk scenario ons wacht, maar je moet het risico wel incalculeren. Als er straks een nieuwe uitbraak komt, is dat vooral riskant voor ouderen en kwetsbaren. Als we hen niet afdoende kunnen behandelen tegen ernstige COVID-19 ziekte kunnen we weer een lockdown krijgen.’’ De kosten daarvan zijn vele malen hoger dan de aanschaf van die geneesmiddelen. ’’En dan heb ik het nog niet eens over de impact van ziekte en sterfte op individuele mensen en de zorg in het algemeen die je had kunnen voorkomen.’’
Volgens Marc Kaptein heeft Nederland een ingewikkelde zorgstructuur met allerlei adviesraden en commissies. ’’Dat zorgt ervoor dat het beslisproces langzaam verloopt, omdat er telkens heel veel mensen moeten meebeslissen.’’
Daardoor ging Nederland laat aan de mondkapjes, werd de testcapaciteit langzaam opgeschaald en startte het vaccineren en boosteren trager dan in andere landen. ’’Nu wordt er weer gewacht. Laten we leren van het verleden en het ditmaal anders doen.”
Wat de overheid nu het beste kan doen? ’’De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft hier ook al een rapport2 over geschreven’’, stelt hij. ’’Eén van de aanbevelingen die zij doen, is dat je als overheid niet alleen een visie ontwikkelt. Maar dat je ook een leidende rol neemt en bepaalt wat er gebeurt en wie dat gaat doen.’’
‘We zijn een groot geneesmiddelenbedrijf, maar we zijn ook heel wendbaar’
Dat betekent in de ogen van Marc Kaptein dat, hoewel de eindverantwoordelijkheid bij de minister van Volksgezondheid blijft, er ‘één persoon met een duidelijk mandaat verantwoordelijkheid moet krijgen voor de uitvoering’.
Zijn eigen bedrijf heeft sinds het begin van de coronapandemie een transformatie ondergaan. ’’Pfizer is een groot geneesmiddelenbedrijf, maar we zijn ook heel wendbaar gebleken. We hebben binnen negen maanden een vaccin ontwikkeld en kwamen binnen twee jaar met een antiviraal middel’’, zegt hij. ’’We zijn op elk scenario voorbereid en kunnen - indien nodig en goedgekeurd - snel een geüpdatet vaccin klaar hebben. En samen met andere geneesmiddelenbedrijven zorgen we in de tussenliggende periode ook voor voldoende geneesmiddelen. Dat zijn lessen, over het belang van snelheid en hoe je die bereikt, die we kunnen delen met de overheid. Met als einddoel dat we goed voorbereid het najaar ingaan.’’
Referenties
2. https://www.onderzoeksraad.nl/nl/media/attachment/2022/2/16/samenvatting.pdf