Behandeling van reumatoïde artritis
Leestijd: 3 minuten
De behandeling van reumatoïde artritis (RA) verschilt per persoon. Omdat elke patiënt uniek is. Over het algemeen adviseert elke reumatoloog zijn patiënten om voldoende te bewegen en gezond te eten. Daarnaast zal hij/zij, vaak in samenspraak met de patiënt, zoeken naar een passende behandeling met medicijnen.
Pijnstillers | Ontstekingremmers | DMARD's | Biologische geneesmiddelen | Biosimilars | JAK-remmers | Andere behandelingen | Operatie | Wat kun je zelf doen?
Reumatoïde artritis is nog niet te genezen. De behandeling richt zich daarom op het verminderen van de klachten. We zetten alle behandelingen hieronder op een rijtje.
De behandeling van RA richt zich op het verminderen van de klachten
Eenvoudige pijnstillers bij pijn en koorts
Mensen met RA hebben vaak last van pijnlijke en stijve gewrichten. Doordat ze pijn hebben, zullen ze hun gewrichten minder vaak gebruiken met een vicieuze cirkel als gevolg. De pijn blijft bestaan of verergert. Pijnstillers kunnen die pijn verlichten.
Als je pijnlijke en gezwollen gewrichten hebt, zal je huisarts in eerste instantie eenvoudige pijnstillers adviseren. Deze middelen kun je zonder recept krijgen bij de drogist of apotheek. Denk hierbij aan geneesmiddelen met de werkzame stoffen paracetamol en aspirine.
Zulke eenvoudige pijnstillers zorgen dat je minder pijn hebt en werken ook koortsverlagend. Ze werken echter niet ontstekingsremmend. Daar heb je ontstekingsremmende pijnstillers voor nodig.
Alle medicijnen kunnen leiden tot bijwerkingen, ook eenvoudige pijnstillers. Deze kunnen bijvoorbeeld zorgen voor hoofdpijn, huiduitslag maar ook tot overgevoeligheid, maagklachten en darmklachten.
Als er bijwerkingen optreden, is het belangrijk dat je deze zo snel mogelijk meldt bij je behandelend arts. In overleg kan de behandeling worden aangepast.
Ontstekingsremmers bij pijn, koorts en ontstekingen
"Om de pijn en stijfheid aan te pakken, kan de huisarts ontstekingsremmende pijnstillers voorschrijven: zogenoemde NSAID’s (Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs). NSAID’s worden onderverdeeld in twee groepen: de klassieke en cyclo-oxigenase 2 (COX-2)-selectieve. De effectiviteit van medicijnen uit beide groepen bij RA is vergelijkbaar. Bij sommige risicofactoren en bijbehorende ziekten, zoals gastritis, hoge bloeddruk, nierschade en andere kan gebruik van NSAID’s gevaarlijk zijn, dus het moet van tevoren met de arts worden besproken. Hoewel NSAID's kunnen helpen bij pijn en stijfheid, hebben ze geen invloed op het ziekteverloop en voorkomen ze geen structurele schade veroorzaakt door RA.
Wanneer je klassieke reumaremmers gebruikt, kan het zo zijn dat dat je - zeker de eerste periode - dezelfde pijnklachten houdt
Klassieke anti-reumatica (DMARD’s)
Wanneer je verwezen bent naar de reumatoloog en die stelt de diagnose RA, dan wordt doorgaans met DMARD's gestart. De term DMARD’s staat voor Disease Modifying Anti Rheumatic Drugs. Deze klassieke reumaremmers worden voorgeschreven door een reumatoloog wanneer eenvoudige of ontstekingsremmende pijnstillers onvoldoende werken. Of ze worden daarmee in combinatie gebruikt. Ook kunnen verschillende reumaremmers worden gecombineerd om de ziekte sneller onder controle te krijgen.
DMARD’s bestrijden ontstekingen, geen pijn. Doordat de ontsteking afneemt, neemt de pijn meestal wel af. Ook kan hierdoor gewrichtsschade worden beperkt.
Het duurt vaak een tijdje voordat je het effect van deze reumaremmers gaat merken. Daarom kan een arts adviseren om tijdelijk DMARD’s te combineren met corticosteroïden voor vermindering van pijn op korte termijn. Zo wordt de tijd overbrugd totdat het effect van de reumaremmer merkbaar is.
DMARD’s kunnen tot verschillende bijwerkingen leiden. De meest voorkomende zijn: ontstaan van huiduitslag of griepachtige verschijnselen en het optreden van maag- en darmklachten en nier- of leverfunctiestoornissen. Soms ontstaan afwijkingen in de bloedaanmaak.
Biologische reumaremmers bestaan (deels) uit dierlijke of menselijke eiwitten
Biologische geneesmiddelen
Wanneer klassieke reumaremmers onvoldoende werken, een patiënt last krijgt van bijwerkingen of overgevoelig blijkt te zijn, kan een arts een biologisch geneesmiddel voorschrijven.
Biologische reumaremmers bestaan (deels) uit dierlijke of menselijke eiwitten. Ze remmen de werking van afweerstoffen of afweercellen óf bootsen ze na. Op die manier remmen ze het ontstekingsproces en voorkomen ze gewrichtsschade.
Er zijn 3 soorten biologische geneesmiddelen die per infuus of injectie worden toegediend:
- TNF-alfa-remmers die de werking van het eiwit TNF-alfa remmen. Dat is overactief bij mensen met reuma en activeert het afweersysteem. Zo ontstaan ongewenste ontstekingsreacties.
- T-en B-cel remmers remmen de werking van T- en B-cellen. Deze witte bloedcellen spelen een belangrijke rol in het afweersysteem. Bij mensen met reuma werken ze te hard en zorgen voor ontstekingen.
- Interleukine-remmers verminderen de werking van de ontstekingsbevorderende boodschapper-eiwitten (interleukines). Deze stoffen zijn overactief of teveel aanwezig bij mensen met reuma en zorgen voor ontstekingen.
Biosimilars
Naast originele biologische geneesmiddelen zijn er biosimilars beschikbaar. Dat zijn medicijnen die qua samenstelling sterk lijken op biologische geneesmiddelen. Ze hebben dezelfde effectiviteit en veiligheid, maar zijn vaak goedkoper.
Patiënten die beginnen met een biological kunnen starten met een biosimilar. Daarnaast kunnen een patiënt en arts samen besluiten dat een overstap wordt gemaakt van een origineel biologisch geneesmiddel naar een biosimilar of andersom.
Biosimilars kunnen tot dezelfde bijwerkingen leiden als de originele biologische geneesmiddelen. De bekendste bijwerking is een verhoogde gevoeligheid voor infecties, zoals een luchtweginfectie, longontsteking of gordelroos.
Ze kunnen ook leiden tot koorts, hoofdpijn of een tekort aan witte bloedlichaampjes. Op de plek van de injectie kan huidirritatie ontstaan: roodheid, jeuk, een zwelling of een blauwe plek.
Soms kan het lichaam zelf antistoffen aanmaken tegen de biologische reumaremmers en biosimilars. Hierdoor werkt het middel minder goed of niet. Het kan in dit geval zo zijn dat een ander biologisch medicijn wel het gewenste effect heeft.
JAK-remmers
Wanneer een patiënt onvoldoende baat heeft bij een klassieke DMARD of wanneer hij of zij deze niet goed verdraagt, kan een arts ook een JAK-remmer voorschrijven.
JAK-remmers (Janus kinase-remmers) werken heel specifiek in op stofjes in je lichaam, de 'Janus kinase' enzymen. Deze enzymen zorgen ervoor dat ontstekingsbevorderende boodschapper-eiwitten (interleukines) de ontsteking in stand kunnen houden.
Door het remmen van zulke eiwitten die tot de ‘JAK-familie’ behoren, worden de ontstekingen bij RA minder en nemen de reumaklachten af. JAK-remmers werken meestal vrij snel. De pijn neemt af naarmate ontstekingen verminderen.
De belangrijkste bijwerkingen van JAK-remmers die kunnen optreden zijn het ontstaan van infecties (bovenste luchtwegen, gordelroos, urineweginfecties), leverenzymverhogingen, afwijkende cholesterolwaarden en maagdarmklachten.
Een ander verschil met de biologische reumaremmers is dat JAK-remmers tabletten zijn en je ze dus oraal (via de mond) kan innemen. Biologische geneesmiddelen worden gegeven via een injectie of infuus.
Andere vormen van behandeling
Bij reumatoïde artritis is het belangrijk dat je je gewrichten soepel houdt. Een oefen- of fysiotherapeut kan je hierbij helpen. De therapeut schrijft oefeningen voor die je vaak dagelijks moet doen. Deze oefeningen kunnen in het begin lastig zijn, maar worden vanzelf makkelijker om uit te voeren.
Operatie
Het kan soms ook helpen wanneer de gewrichten door een operatie worden ‘schoongemaakt’. De chirurg verwijdert verdikt weefsel in gewrichten en spieren om zo te voorkomen dat bot en kraakbeen worden aangetast. Als dat te ernstig beschadigd is, kan worden overwogen om kunstgewrichten te plaatsen.
Wat kun je zelf doen?
Als je reumatoïde artritis hebt, dan kun je er voordeel bij hebben om een aantal leefstijladviezen toe te passen in je dagelijks leven, en daarmee je gewrichten te beschermen.
- Neem regelmatig korte pauzes als je een activiteit uitvoert die lang duurt en/of belastend is.
- Wissel activiteiten af qua zwaarte.
- Voorkom langdurige overbelasting of belasting die in zwaarte oploopt.
- Voorkom dat je één of kleine gewrichten telkens overbelast. Zoals die in je hand bij het opendraaien van een fles.
- Wissel bewegen en rust af.
- Belast je gewricht in de meest stabiele stand, niet in de uiterste stand.
- Verdeel je kracht over meerdere gewrichten.
- Gebruik zoveel mogelijk je grote gewrichten in plaats van je kleine gewrichten.
- Gebruik hulpmiddelen om handelingen lichter te maken.
- Vraag hulp als je iets moet doen dat zwaar en/of moeilijk is.
- Heb geduld: je leert nieuwe gewoonten niet in één dag aan.