‘We helpen elkaar’
“Barthold, kan je me horen?’’ Vanwege de coronamaatregelen videobellen Barthold en Nathalie met elkaar, om zo hun mentorgesprekken toch door te kunnen laten gaan. Bartholds gezicht verschijnt op het scherm, hij praat, maar Nathalie kan hem niet horen. ’’Wacht, ik bel je ook even, dan kunnen we elkaar niet alleen zien, maar ook verstaan.”
Ze werden begin maart tijdens de startbijeenkomst van Emma at Work en Pfizer aan elkaar voor gesteld en het klikte direct.
“Tijdens de kennismaking merkte ik meteen dat Nathalie iemand is die niet bang is om nieuwe dingen te proberen, ze kijkt goed naar zichzelf en hoe ze dingen kan leren. Mijn doel is om tijdens dit mentortraject te werken aan mijn zelfvertrouwen en inzicht te krijgen in mijn eigen kwaliteiten. Ik denk dat Nathalie me hierbij goed kan begeleiden.”
‘Mijn doel is om tijdens dit mentortraject te werken aan mijn zelfvertrouwen en inzicht te krijgen in mijn eigen kwaliteiten.’
Direct na de startbijeenkomst van het mentorprogramma ging Nathalie op vakantie. ’’Alle coronamaatregelen gingen in toen ik nog op vakantie was,’‘ vertelt Nathalie. ’’Daarom was ons eerste mentorgesprek dat we vorige week hadden al direct een videogesprek, net als vandaag.’’
Barthold, die inmiddels niet alleen te zien is via het scherm, maar ook te horen is, vult aan: ’’Gesprekken op deze manier gaan eigenlijk heel goed. Ook al mis ik soms wat lichaamstaal, ik vind videobellen wel prettig. Want je ziet elkaars gezichtsuitdrukkingen en dat is belangrijk.’’
Neurofibromatose
Barthold is 32 jaar en heeft neurofibromatose type 1, dit is een neurologische aandoening waarbij goedaardige gezwellen op zenuwen kunnen ontstaan. Barthold legt uit op welke manier deze aandoening invloed heeft op zijn leven. ’’Ik heb een slechte motoriek. Daarbij verwerk ik informatie langzamer, leer ik trager dan anderen, vind ik het moeilijk om structuur aan te brengen en als er veel taken tegelijk op mijn bord liggen dan mis ik soms het overzicht.’’ Barthold heeft een tijd gewerkt als woonbegeleider en tot een paar weken geleden werkte hij als administratief medewerker. ’’Dat was op uitzendbasis, maar toen de coronacrisis uitbrak moesten alle tijdelijke krachten weg. Dus nu zit ik zonder werk.’’
Nathalie vertelt dat ze onder de indruk is van hoe Barthold dingen aanpakt. ’’Vorige week maakten we tijdens ons eerste gesprek afspraken. Barthold zou zijn sterke en zwakke punten gaan onderzoeken door middel van de 360 graden feedback methode. Hij heeft na dat gesprek direct actie ondernomen door vijf mensen te selecteren en te benaderen voor de 360 graden feedback, heel daadkrachtig!’’
“Als ik dingen afspreek, dan wil ik het ook graag goed doen,’’ vertelt Barthold. “Maar van één van de vijf mensen aan wie ik feedback heb gevraagd heb ik nog geen reactie, dat vind ik jammer.”
Nathalie vindt dat hij zich daar nu, nog geen week nadat de mails zijn verstuurd, nog niet druk om moet maken. ’’Het valt me op dat je niet kijkt naar wat je allemaal doet en wat goed gaat, maar dat je vaak focust op wat er niet goed gaat. Ik hoop dat ik je de komende tijd kan helpen om te focussen op de positieve dingen.’’
‘Je hebt alle reden om trots te zijn op jezelf’
‘‘Ik weet dat ik vaak kritisch op mezelf ben,’’ beaamt Barthold. ’’Doe ik alles wel goed? Dat maakt me onzeker. Ik vind het moeilijk om in mezelf te geloven.’’ Nathalie knikt begripvol en zegt dan: ’’Je hebt alle reden om trots te zijn op jezelf. We gaan werken aan je zelfvertrouwen.’’
Nathalie vervolgt: ’’We hebben tot nu toe steeds iedere week een gesprek ingepland. We bekijken per week welke stappen we hebben genomen en wat de volgende stappen zijn. Het doel is dat Barthold meer zelfvertrouwen krijgt en beter inzicht heeft in zijn kwaliteiten. Als hij dan ook weer een baan heeft is dat mooi meegenomen, maar dat is niet het hoofddoel.’’
‘We bekijken per week welke stappen we hebben genomen en wat de volgende stappen zijn.’
’’Maar ik heb zelf ook doelen hoor.’’ Nathalie glimlacht. ’’Geduld is niet mijn beste eigenschap. Ik hoop dat ik door dit mentortraject mijn tempo leer aanpassen aan andere mensen. Ik ben vaak van ‘tsjak tsjak tsjak’ en halverwege de rit verlies ik dan wel eens mensen. Daar wil ik wat aan doen. Ik hoop dat Barthold mij daarbij helpt door op de rem te trappen als dat nodig is.’’ Barthold knikt. ’’We helpen elkaar!’’