Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
Overslaan en naar de inhoud gaan

Samenvatting uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Op 27 januari 2021 heeft een patiënte (de klaagster) een klacht ingediend tegen een internist-hematoloog (de beklaagde) die haar behandelde voor non-hodgkinlymfoom.

De klaagster komt met pijnklachten aan de linkerarm bij de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. Daar wordt de diagnose non-Hodgkin gesteld. Voor behandeling wordt zij verwezen naar de beklaagde. Die bespreekt op 14 september 2020 het behandelplan met haar: chemotherapie van in totaal acht kuren. De beklaagde noteert dat de klaagster prikangst heeft. Aansluitend heeft klaagster een gesprek met een oncologieverpleegkundige die het behandelplan verder bespreekt en schriftelijke informatie meegeeft.

Behandeltraject leidt tot pijnklachten

De chemokuur leidt tot neuropathie en verschillende pijnklachten. Ook het prikken van het infuus levert pijnklachten op. Op verschillende momenten heeft de klaagster contact met de beklaagde en met een oncologieverpleegkundige over pijn bij de insteekplek. Zij wil niet meer door een oncologieverpleegkundige geprikt worden. Het volgende infuus wordt daarom geprikt door een anesthesiemedewerker.
 

Behandeltraject leidt tot pijnklachten

Angst voor lymfoom in rechterarm

Tijdens het behandeltraject krijgt de klaagster pijnklachten aan de rechterarm en -schouder. Ze bespreekt de klachten met de beklaagde en vertelt dat ze bang is voor een lymfoom in haar rechterarm. Omdat de CT- en MRI-scan van de linkerarm laten zien dat de afwijkingen van het lymfoom zijn verdwenen, besluit de beklaagde de klachten aan de rechterarm aan te kijken. De klachten houden aan en na enkele weken laat de beklaagde een MRI-scan maken van de rechterarm en -schouder. Daarop zijn geen aanwijzingen zichtbaar voor een lymfoom of andere kwaadaardigheid. Wel ziet de klaagster in de uitslag een beschrijving van subchondrale cysten. De beklaagde wijst haar daarvoor door naar een orthopedisch chirurg.
Op 6 januari 2021, na zeven van de acht chemokuren, zegt de klaagster alle afspraken af en meldt zij dat ze de behandeling elders voortzet.
 

Beschrijving van de klacht

De klacht die zij op 27 januari 2021 indient, bestaat uit vier onderdelen. De klaagster verwijt de beklaagde dat deze:

  1. haar onvolledig heeft voorgelicht over de risico’s en bijwerkingen van de chemotherapie, met name over de polyneuropathie;
  2. haar pijnklachten in de rechterarm en -schouder onvoldoende serieus heeft genomen en ten onrechte niet direct onderzoek heeft laten doen;
  3. niet serieus is ingegaan op de pijnklachten bij en als gevolg van het infuusprikken;
  4. geen empathie heeft getoond, haar uit de hoogte heeft toegesproken en geen kritische zelfreflectie heeft getoond.

Beslissing

Op 8 december 2021 heeft het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg de klacht kennelijk ongegrond verklaard. 

De complete uitspraak is te lezen op: Uitspraak - Overheid.nl | Tuchtrecht
 

Pagina beoordelen Like Dislike
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.