Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.
Overslaan en naar de inhoud gaan

’Nog een wereld te winnen op het gebied van gentherapie’

Leestijd: 6 minuten

Hidde Haisma, hoogleraar farmaceutische genmodulatie aan de Rijksuniversiteit Groningen kan er urenlang over praten: gentherapie, de grenzen en de mogelijkheden ervan. Wat er zo boeiend is aan gentherapie? De hoogleraar denkt na en lacht. ’’Het is ontzettend mooi om te zien hoe ingenieus DNA in elkaar steekt. Dat het elke eiwit kan maken wat je wil en dat je het kunt veranderen. Dat vind ik enorm fascinerend, om daarmee te spelen. Het is ook wel een beetje een hobby van me.’’

Hidde Haisma over de wereld die er nog te winnen valt binnen gentherapie | Pfizer Nederland

Het was geen jongensdroom om de kant van de erfelijkheidsleer en de gentechnologie op te rollen. Eigenlijk is het allemaal toevallig zo gekomen, vertelt Haisma.

Hij studeerde medisch biologische biologie omdat hij geinteresseerd was in het menselijk lichaam en genezing van ziekten. En kwam na zijn studie terecht in het laboratorium van het NKI (Nederlands Kankerinstituut). Naar eigen zeggen zat hij ‘op een gouden plek en op een gouden moment.’’

Er werd namelijk een hele grote doorbraak bereikt op kankeronderzoekgebied. Namelijk die van de vondst van monoklonale antilichamen.

Monoklonale antilichamen

Monoklonale antilichamen spelen een steeds grotere rol bij de behandeling van diverse soorten kanker. Het zijn eiwitten die zich aan de eiwitreceptoren aan de buitenkant van kankercellen kunnen binden en hen het signaal kunnen geven om te stoppen met delen. Ook kunnen ze cellen de opdracht geven om zichzelf te vernietigen. Er zijn ook monoklonale antilichamen die zo worden gemaakt dat ze kankercellen herkenbaar maken voor het afweersysteem. Zodat het immuunsysteem ze gaat opruimen. Dit is de techniek achter immunotherapie.

Haisma raakte steeds geïnteresseerder in onderzoek naar monoklonale antilichamen en besloot op een gegeven moment zijn vleugels uit te slaan naar Amerika. Om daar bij een biotechnisch centrum in Boston te gaan werken dat antilichamen ontwikkelde. En uiteindelijk besloot hij ook op het onderwerp van de monoklonale antilichamen te promoveren.

Na zijn promotie, besloot hij toch terug te keren Nederland en belandde hij bij het VUmc op de afdeling oncologie. ’’Daar was een ontwikkeling gaande richting de moleculaire biologie. Wat we vroeger deden was het maken van antilichamen in muizen en toen konden we ze genetisch gaan maken. Ik was binnen de afdeling oncologie de enige die bezig was met genetica.’’

‘Je krijgt zoveel respect voor het lichaam en hoe vanuit de genen alles samenwerkt’

Zijn leidinggevende toen was de bekende oncoloog Bob Pinedo. Die hoorde volgens Haisma via de tamtam dat gentherapie ‘het moest gaan worden’. ’’Hij wilde ermee aan de slag en vroeg mij een gentherapielab op te zetten. Zo ben ik de gentherapie ingerold.’’

Hij praat met zijn handen. ’’Het is mooi om te bedenken ‘we maken het eiwit beetje zus ofzo en dan kunnen we het laten werken als geneesmiddel.’’

En vervolgt: ‘‘Je krijgt zoveel respect voor het lichaam en hoe vanuit de genen alles samenwerkt. Dat is en blijft enorm fascinerend.’’

Haisma stelt dat in principe alle erfelijke ziekten in theorie in de toekomst behandeld zouden moeten kunnen worden met behulp van gentherapie. ’’Erfelijke ziekten worden veroorzaakt door een fout in het DNA die zorgt dat bepaalde eiwitten niet gemaakt worden. We hebben echt wel de juiste middelen: vectoren noemen we dat omdat te corrigeren.’’

Sikkelcelziekte en hemofilie

Het hangt volgens hem alleen van de ziekte af hoe lang dat nog gaat duren. ‘’’Je hebt ziekten zoals sikkelcelziekte en hemofilie die laaghangend fruit zijn. Dat geldt voor alle beenmergziekten. Omdat je beenmergcellen makkelijk uit een patiënt kunt halen. Dat zijn stamcellen die je genetisch kunt aanpassen en terugbrengen,’’ vertelt hij. Vervolgens gaan de beenmergcellen met het nieuwe DNA zich delen en wordt het benodigde eiwit alsnog aangemaakt en genees de patiënt. ‘’Hemofilie bijvoorbeeld wordt veroorzaakt door het ontbreken van stollingsfactor 8 of 9 in het bloed. Patiënten hebben maar een heel klein beetje van die stollingsfactor nodig om te herstellen. Dus het maakt niet uit of hun lichaam maar weinig stollingsfactor gaat aanmaken.’’ Aan de andere kant is het ook niet erg als het lichaam van een patiënt in de overproductie schiet. ‘’Ook dan heb je nergens last van.’’

‘Alleen hoe bereik je 20 tot 30 kilo spieren?’

Hidde Haisma denkt dat dergelijke ziekten in de nabije toekomst genezen kunnen worden. Maar dat het nog wel wat langer zal duren voordat ook zogenaamde systemische ziekten waarbij meerdere organen en weefsels bij betrokken zijn kunnen worden behandeld met gentherapie. ‘’Zoals de ziekte van Duchenne of Cystic Fibrosis.’’

Hij legt uit dat bij ziekten als hemofilie aanpassen van de beenmergcellen genoeg is. ‘Maar bij Duchenne moet je alle spieren corrigeren. Als je jongetjes behandeld aan hun benen, kunnen ze misschien blijven lopen. Maar ook hun ademhalingspieren verzwakken. Uiteindelijk moeten ze aan de beademing en overlijden ze. Alleen hoe bereik je 20 tot 30 kilo spieren?’’

Hetzelfde geldt voor Cystic Fibrosis, ook wel taaislijmziekte, stelt hij. ‘’Ook die aandoening zit door het hele lichaam. Als je op de longen zou richten, zou er op den duur ook vanzelf schade aan andere organen ontstaan. Alleen zie je dat nu niet, omdat mensen al eerder zijn overleden door longschade.’’

Genetische testen

Meer heil in gentherapie voor systeemziekten, ziet Haisma dan ook in genetische testen. Waarmee je al bij de geboorte, of liefst nog ervoor kunt vaststellen of er sprake is van erfelijke ziekten. Onder het mom dat hoe vroeger je erbij bent, hoe vroeger je kunt starten met behandeling.

’’En als je voor de geboorte weet dat er iets aan de hand is, kun je werken met embryoselectie. Daarmee zijn erfelijke ziekten in 9 van de 10 gevallen te voorkomen. Niet honderd procent omdat je bij bepaalde ziekten zoals Duchenne en hemofilie ook nog spontane ziektegevallen hebt."

De professor verwacht dat we in de toekomst het complete genoom kunnen aflezen door een vruchtwaterpunctie of het bloed van de moeder.

‘’We hebben al de nipt-test waarmee je aan het bloed van de moeder kunt aflezen of zij in verwachting is van een kindje met downsyndroom. Maar ik verwacht dat het in de toekomst mogelijk wordt om het complete DNA van de baby uit het bloed van de moeder kan destilleren".

Preconceptietesten

Nog een stap eerder is het laten doen van preconceptietesten, zoals nu al op kleine schaal gebeurt in Groningen. ‘’Daarmee wordt getest of jij en je partner genetisch gezien een goede match zijn. Dat gebeurt nu alleen als er sprake is van familiare problemen. Er moet ook wel een beetje een aanleiding voor zijn. Maar dit zal op steeds grotere schaal gebeuren en dat is ook niet tegen te houden. Anders gaan mensen wel naar het buitenland.’’

Haisma denkt dat er vanzelf een moment komt dat iedereen precies weet welke ziekten er allemaal in zijn familie voorkomen. ‘’In de toekomst kost het uitlezen van jouw complete DNA nog een halve dag. Het wordt steeds sneller en goedkoper.’’

‘Denkbaar dat sporters gentherapie gaan gebruiken om hun lichaam te manipuleren’

Naast diagnostische tests, zal ook het aantal soorten gentherapieën steeds verder toenemen denkt hij, en ook voor verschillende doeleinden. Zoals voor het creëren van de designerbaby’s met een bepaald gewenst uiterlijk of het klonen van je lievelingshond. En afgelopen twee jaar heeft Haisma dan met collega’s gewerkt aan de ontwikkeling van een gendopingtest.

‘’Omdat het denkbaar is dat sporters gentherapie gaan gebruiken om hun lichaam te manipuleren en bijvoorbeeld het hormoon epo aan te maken om hun prestaties te verbeteren.’’

Maar ook verwacht hij dat gentherapie in de schoonheidsindustrie gebruikt gaat worden. ’’Wat dacht je van ontharingcrèmes die zorgen dat je haargenen worden uitgezet of juist andersom om kaalheid te voorkomen. Ook zou je intelligentie wellicht kunnen opkrikken…’’

 

Ontwikkelingen niet te stuiten 

Niet al deze ontwikkelingen zijn even fraai, en er zullen nog de nodige ethische discussies over moeten worden gevoerd. Maar uiteindelijk zijn ze ook niet te stuiten, denkt Haisma. ‘’Wat hier niet mag, mag wel in het buitenland en dan gaan mensen daar naar wel toe.’’

Dan besluit hij zijn verhaal weer op serieuze toon. ‘’Er is nog een wereld te winnen op het gebied van gentherapie. In de toekomst zullen we een heel eind komen en een heleboel ziekten ermee kunnen behandelen. Maar er zullen altijd grenzen blijven. Bij hoofdpijn zul je nog steeds een paracetamolletje blijven slikken in plaats van je genen te laten veranderen.’’

Pagina beoordelen Like Dislike
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.