Het gedrag van een virus
Het coronavirus houdt ons al maanden in zijn greep. Wat is een virus? Hoe gedraagt het zich? Loert het naar ons lichaam vanaf supermarktwagentjes en postpakketjes? Hoe zorg je dat het virus je niet ziek maakt? Internist-infectioloog en viroloog Eric van Gorp van het Erasmus MC legt het uit.
“Een virus heeft het celmechanisme van een levend organisme nodig - een mens of dier - om te kunnen delen en overleven. Geen enkel virus kan dat zelf.’’ Er zijn virussen die bij een gastheer terechtkomen via voedsel en water of knaagdieren. Andere virussen doen dat via muggen, via lucht, door seks of aanraking. Die laatste is de voorkeursroute van een grote groep virussen waar het coronavirus onder valt.
Het coronavirus verspreidt zich via de lucht en via contact, maar kan ook overleven op andere oppervlakten dan de huid. ’’Het is moeilijk om aan te geven hoe lang een virus dat volhoudt’’, zegt de viroloog. ’’Er wordt onderzoek naar gedaan in laboratoria, maar dat gebeurt onder bepaalde condities en die zien er in de grote wereld anders uit.’’
Over het algemeen geldt dat een virus enkele uren tot enkele dagen kan overleven. ’’Die tijdsduur is afhankelijk van factoren zoals temperatuur en luchtvochtigheid.’’ Afhankelijk van de transmissieroute die het virus kiest, moet je specifieke maatregelen nemen om besmetting en verspreiding te voorkomen.
Goede hoest- en nieshygiëne
’’Bij het coronavirus zijn een goede hoest- en nieshygiëne, het wassen van de handen én afstand houden van elkaar de belangrijkste maatregelen’’, zegt Van Gorp. ’’Maar daarmee voorkom je alleen het risico op corona en verkoudheidsvirussen en niet op infectieziekten die een andere transmissieroute kiezen om je te besmetten,’’ waarschuwt hij. In de praktijk geldt dat vooral oppervlakten die veel worden aangeraakt door mensen, het coronavirus kunnen overdragen. ’’Denk aan trapleuningen in stations of deurklinken. Als mensen in hun hand niezen en dan over dat oppervlakte heengaan, wordt de kans op besmetting reëel.’’
Winkelwagentjes vormen ook een risico. ’’Het is goed dat de wagentjes worden schoongemaakt. Wel elke keer met een schone doek: je moet er serieus mee omgaan.’‘
Toch ziet de viroloog winkelwagens als een minder groot besmettingsrisico. ’’Die worden minder intensief gebruikt. Op een station houden op een dag duizenden mensen de trapleuning vast. De kans dat daar een virusdrager tussen zit, is vele malen groter dan in een supermarkt.’’ Daar komt bij dat ook de intensiteit van het aanraken van een oppervlakte een grote rol speelt. ’’Als je de trapleuning van boven naar beneden vasthoudt, raak je een veel groter oppervlakte aan. Je hebt intensief contact en dat vergroot de kans.’’ Dat betekent niet dat je gegarandeerd het virus krijgt. ’’Dat hangt volledig af of een besmet persoon het virus op de oppervlakte heeft achtergelaten. Verder is het belangrijk dat je na je intensief contact met oppervlakten in de openbare ruimte, je handen goed wast met water en zeep.’’
Postpakketjes geen reële bedreiging
En hoe zit het met het aannemen van postpakketjes? Postpakketjes vormen volgens Van Gorp geen reële bedreiging. Hij gaf voorlichting aan Post NL-medewerkers. ’’Iemand die een postpakketje ontvangt, krijgt een pakket in handen dat lang onderweg is geweest. De kans op overleven van het virus is daarmee al klein.’’ Daarnaast wordt een postpakket niet aangeraakt door duizenden handen. Een besmetting is vooral mogelijk als de postbezorger corona heeft en niest in zijn hand. ’’Als hij het pakket aanraakt, kan het virus erop zitten. Maar dat moet in een grote hoeveelheid zijn om te worden opgepakt door je handen. Het vraagt om veel toevalligheden bij elkaar.’’ Daarnaast overleeft het virus minder makkelijk op karton dan op plastic en andere gladde materialen, blijkt uit laboratoriumonderzoek. ’’In die labs creëer je de ideale omstandigheden voor een virus. Buiten is het minder ideaal door factoren als temperatuur, wind en luchtvochtigheid.’’
Virus gaat naar binnen via slijmvliezen
Als het virus op je handen zit, ben je nog niet ziek. Het virus moet een belangrijke volgende stap nemen om jou als gast-organisme te kunnen gebruiken om te vermeerderen. ’’Als je op je het station een trapleuning vasthoudt en direct je handen wast met water en zeep, ben je van het virus af.’’ Maar als je dat niet doet en daarna aan je mond of neus zit of in je ogen wrijft, komt het virus in contact met je slijmvliezen. ’’Dan kan het virus worden overgebracht en komt het in je lichaam terecht.’’
‘Een luchtwegvirus als COVID-19 gaat naar de longen en maakt je op die plek ziek.’
Een virus is zo slim om precies te weten welk orgaan nodig is om zich te kunnen vermenigvuldigen. ’’Een luchtwegvirus als COVID-19 gaat naar de longen en maakt je op die plek ziek.’’
“We moeten ons echter beseffen dat virussen en bacteriën bij ons horen’’, stelt Van Gorp. ’’Het zou verkeerd en onrealistisch zijn om alle virussen de wereld uit te helpen.’’
Microbioom is onmisbaar
Volgens Van Gorp leven we met virussen en bacteriën in harmonie. Ze vormen ons microbioom: de verzameling van alle micro-organismen die ons menselijk lichaam bevolkt. De vele micro-organismen, zoals bacteriën, virussen en gisten beschermen ons tegen ziekteverwekkers en helpen bij de vertering van vezels.
’’Als ons microbioom in evenwicht is, helpt het ons om gezond te blijven. Als het wordt verstoord of wij verstoren het, door zwaar medicijngebruik of langdurige antibioticagebruik, kun je gevoeliger worden voor andere infecties.’’
Als je veel ontsmet met desinfecterende middelen dan kun je het microbioom van je huid verstoren. ’’Je huid kan gevoeliger worden voor invloeden van buitenaf. Als je de boel overdrijft en jezelf alleen nog insmeert met desinfecteermiddel, introduceer je een nieuw probleem.’’
Niet aan gezicht
’’Natuurlijk moeten we nu we met een ‘bad guy’ als het huidige coronavirus te maken hebben altijd goed onze handen wassen.’’ Zeker nadat je contact hebt met oppervlakten waar veel andere mensen aan zitten.
“Wassen met water en zeep is voldoende’’, zegt Van Gorp. ’’Desinfecterende middelen moet je alleen gebruiken als je geen water en zeep tot je beschikking hebt, bijvoorbeeld als je in een winkel bent geweest. Thuis of op je werk hoeft dat niet.’’
Daarnaast moet je proberen om niet je handen aan je gezicht te zitten. ’’Zo verschaft een virus zich toegang tot ons lichaam. Het is moeilijk om af te leren, maar probeer dat te voorkomen.’
Corona volgt patroon van griepvirus
Corona volgt het patroon van het griepvirus (influenzavirus). Dat virus komt normaal gesproken in oktober-november tevoorschijn, soms wat later. Dan volgt een piek, een epidemische verheffing: soms klein, soms groot. In maart en april neemt het aantal ziektegevallen af, onder invloed van steeds warmer weer. De vraag is wat de komende seizoenen gaat gebeuren. ’’De kans is groot dat het virus sluimert of helemaal verdwijnt’’, zegt Van Gorp. ‘‘En dan kan het in oktober terugkomen. Virussen muteren continu. Het huidige coronavirus kan in een mindere of besmettelijkere variant terugkeren. Het is onvoorspelbaar wat er gaat gebeuren.’’
Met een beetje geluk is er de eerste helft van 2021 een vaccin. ’’Als je wordt gevaccineerd ben je na één tot twee weken beschermd,’’ zegt de internist-infectioloog. ’’Tot die tijd is handen wassen en afstand houden het devies, zonder te overdrijven.’’
Podcast: werken mondkapjes nu wel of niet?
Eric van Gorp, internist-infectioloog en viroloog Erasmus MC, werkte ook mee aan een podcast over het coronavirus en opkomende virussen. Hij schoof aan tafel bij Dylan de Lange, internist-infectioloog UMC Utrecht en Bob Krijnen, innovator-presentator Medical Innovation Company om te praten over oude virussen die opduiken in nieuwe gebieden. Deze veroorzaken dat alles op scherp komt te staan en de wereld even stil staat. Voor de meeste virale infecties bestaat nog geen behandeling. We weten echter dat er nieuwe uitbraken gaan komen. Hoe goed zijn we daarop voorbereid? Hoe kan het dat we eerst dachten dat het coronavirus een onschuldig verkoudheidsvirus is? En waarom is de bron van virusuitbraken vaak Azië? Je luistert de podcast hier.